Soms komen ze terug: de Salò cederwater terug op tafel
De Salò-ceder, die sinds de 15e eeuw aan de Brescia-oevers van het Gardameer en van hier tot Ligurië wordt verbouwd, keert terug naar Italiaanse tafels. De afwezigheid ervan duurde vanaf de tweede helft van de negentiende eeuw, of sinds de lokale citrusindustrie in een crisis belandde, eerst als gevolg van enkele plantenziekten en vervolgens door concurrentie uit de regio's van Zuid-Italië. Ook bekend als Romeinse ceder, lijkt de plant op die van de citroen, met talrijke maar kleine doornen. Ondanks de langzame ontwikkeling zijn de vruchten vrij groot en hebben ze een dikke schil. Vanwege het intense aroma zijn ze bijzonder geschikt voor het op smaak brengen van snoep, het bereiden van heerlijk gekonfijt fruit en uitstekende likeuren - waarvan de traditie teruggaat tot de oudheid - en het kostbare cederwater.
Beschouwd als de stamvader van alle citrusvruchten, heeft ceder een zeer oude oorsprong in de regio's tussen India en Birma. Al in de eerste eeuw voor Christus was de boom wijdverbreid. in het Middellandse-Zeegebied werd het gewaardeerd en gebruikt om zijn geneeskrachtige eigenschappen en vanwege zijn lage bederfelijkheid in vergelijking met vruchten van dezelfde familie. De hoeveelheid vitamine C, minerale zouten, flavonoïden, calcium en natrium is namelijk erg hoog, vergeleken met een minimale calorie-inname. Voor de menselijke gezondheid betekent dit een hoge antioxidant-, zuiverende en spijsverteringswaarde, evenals een uitstekend vermogen om de darmactiviteit te reguleren.
Een oogst die sinds 1600 mogelijk is dankzij het onophoudelijke werk van mannen en vrouwen die door de eeuwen heen in Salò de natuur hebben willen uitdagen en citrusboomgaarden hebben aangelegd, zelfs waar niemand ze ooit had kunnen bedenken. Een enorme prestatie, die van de ceder van Salò een succes maakte, dat ook de export naar Ligurië en de Provence mogelijk maakte.
Net als citroenen heeft deze cedersoort altijd te lijden gehad van lage temperaturen, maar het milde klimaat van de regio rond het Gardameer is ideaal voor een goede groei. Om een voorbeeld te geven, de citroenen van Garda - neven van onze ceder - zijn al eeuwenlang uniek op het gebied van landbouw en vertegenwoordigen de meest noordelijke citrusteelt ter wereld. Een wonder? Nee, een zorgvuldige keuze van boeren en bouwers, na een eerste invoer door artsen en kooplieden: de aanwezigheid van waterwegen, de rotsen en de cipressen erachter als barrière voor de wind, blootstelling aan de zon, de juiste afstand tot het meer, de aanleg van terrassen.
Kortom, de restauratie van de Salò-ceder is ook een culturele overwinning. Het is precies vanaf deze kusten dat vanaf de jaren vijftig de drank werd gelanceerd die voorbestemd was om een icoon te worden in Italiaanse huizen: de Tassoni-ceder. Oorspronkelijk (rond de tweede helft van de 18e eeuw) was het bedrijf een apothekerslaboratorium in Salò. In de loop der jaren werd het eerst een apotheek en vervolgens een distilleerderij, totdat het in recentere tijden de thuisbasis werd van de beroemde fles op basis van heerlijke en intense natuurlijke aroma's.
